Brandt & Levie: FFtF ondernemen met worst

Een lentestorm giert om de biggetjes-roze loods waarin de fabriek van Brandt & Levie is gevestigd. Op de begane grond vangen we een glimp op van de worstmakerij waar dagelijks handgemaakte worstjes van de band rollen. Op de verdieping erboven een kantoortuin; het zenuwcentrum van de Brandt & Levie worst, waar we Geert van Wersch ontmoeten.  

“Brandt & Levie is wereldberoemd in Amsterdam.” grapt hij bescheiden. En dat klopt. In elf jaar tijd stampten de mannen een vernieuwend, typisch Amsterdams merk uit de grond. Maar dat was niet per se hun intentie, legt van Wersch uit. “We begonnen als drie chefs die het anders wilden doen. Namelijk worsten maken van eerlijk gehouden vlees, met meer transparantie en liefde voor het ambacht.” Het bracht de vrienden naar Corsica en Italië waar ze bij grote worstmeesters in de leer gingen. Eenmaal terug in Amsterdam, richtten ze in 2011 Brandt & Levie op.  

“Er is meer bewustzijn rondom het eten van vlees, maar er wordt niet minder vlees gegeten. Sterker nog, ons vlees wordt juist méér gegeten. Er is een grotere groep mensen die geïnteresseerd is in het bewust eten van beter vlees, zeker als je kijkt naar de Randstad en onder jonge mensen. Toevallig zit daar ook onze doelgroep en die blijft groeien.”

‘’Ja. Groeien in kwaliteit en in afzet, zonder onze eigen kaders uit het oog te verliezen. Verantwoord ondernemen is misschien wel de belangrijkste. Het is iets waar Jiri, Samuel en ik steeds naar terugkeren als we voor keuzes staan. Waar deden we het elf jaar geleden voor? Waarom zijn we Brandt & Levie begonnen? Ondertussen kijken we strategisch naar welk podium we willen pakken en kiezen we er bewust voor om niet in de grotere supermarkten te liggen. We willen alleen samenwerken met partijen die in de basis alleen maar verantwoorde en goede producten verkopen zoals Marqt en Crisp. Ondertussen bedenken we ook steeds nieuwe manieren waarop we onze producten bij de doelgroep onder de aandacht krijgen.’’

“Denk aan worstpost. Online kun je een worst bestellen die als brievenbuspakket wordt verzonden. Maar onze worstabonnementen doen het ook erg goed. Daarnaast hebben we samenwerkingen met bedrijven die we tof vinden, zoals Brouwerij ’t IJ, Pizzabakkers en Bocca’s Coffee. Dat is goed voor onze marketing, maar we doen het vooral omdat we het heel leuk vinden. We zoeken het zo dicht mogelijk bij onszelf en we merken dat dat werkt.’’

“Ik lig er niet wakker van, maar we denken wel actief na hoe we daarmee om moeten gaan. Als er een procentuele taks wordt geheven op vlees, dan kost duurzaam vlees – wat sowieso al duurder is – nóg meer. Goed vlees wordt in dat geval onbereikbaarder voor de consument. Dat zou een ingrijpend scenario zijn voor ons. Ik hoop juist dat er een mechanisme komt dat mensen stimuleert om anders te gaan consumeren. Minder vlees eten bijvoorbeeld en áls je vlees eet, dan verantwoord en goed.’’

“Ja. Ik denk dat Brandt & Levie staat voor verandering en die kunnen wij ook in gang brengen. Ons bereik is nu nog relatief klein, maar groeit gestaag. Uiteindelijk willen we hét verantwoorde worstmerk van Noordwesteuropa zijn. We zijn dus actief met de toekomst bezig. Zo zijn er volop ideeën over bijvoorbeeld vegetarische B&L-producten en zijn we niet bang om nieuwe dingen uit te proberen. Er is nog zo veel wat we onder onze merknaam kunnen uitbouwen.’’

Bedrijven die FFTF zijn, scoren het hoogst op deze zes categorieën:

• Ze staan positief tegenover verandering
• Ze staan open voor nieuwe technologie
• Ze zijn actief in de planning voor hun technologische toekomst (met stappenplannen voor hoe technologie hun manier van werken kan veranderen)
• Ze hebben brede, gedetailleerde strategieën voor de toekomst
• Ze blijven up-to-date met nieuwe trends
• Ze passen zich gemakkelijk aan, reageren snel op nieuwe trends en zijn sneller op de markt dan hun concurrenten
  

Wilt u weten op welke vlakken 'Fit For the Future'-bedrijven opvallend anders denken én doen dan anderen, waardoor zij - óók in tijden van crisis - blijven bloeien?

Download dan het 'Fit for the Future Rapport'.